Voetballers en doping

De laatste jaren is het grote aantal voetballers dat plots overlijdt aan een hartaanval behoorlijk toegenomen. Maar liefts vijftig spelers zijn er de afgelopen vijf jaar in Europa onder verdachte omstandigheden overleden. Vaak wordt er een link gelegd met de pijnstillers, die geblesseerde sporters nemen zodat ze toch door kunnen spelen.

Van Vioxx is bekend dat het de kans op een hartaanval verhoogt, maar ook de minder krachtige producten, zoals Ibuprofen, Voltaren en Diclofenac zijn waarschijnlijk niet zo onschuldig als sporters en coaches denken.

Via verschillende weblogs kwam het gevoelige onderwerp tijdens het afgelopen WK wederom aan bod. Daarbij moest de nummer 10 van Rusland, Andrei Arshavin, het ontgelden vanwege zijn groen gekleurde tonf. De kleur zou volgens velen een bijverschijnsel zijn van het gebruik van doping. Arshavin bleef inderdaad gaan als een dolle stier, maar later bleek dat de kleurstoffen in een isotone sportdrank de oorzaak van de gekleurde tong te zijn.

De bekendste toediener van doping is toch wel de Spaanse arts Fuentes. Hij voorzag meer dan 200 topsporters, waaronder veel wielrenners, maar ook voetballers van de nodige prestatieverhogende middelen.

Profvoetballers die openlijk hebben toegegeven dat ze wel eens doping hebben gebruikt, zijn schaars. Johan Derksen zegt wel eens doping te hebben gebruikt en Jan Mulder heeft voor een Eurpoacup ook wel eens een pilletje geslikt. Uit betrouwbare bronnen heeft ondergetekende ook vernomen dat spelers vroeger vaak een pilletje of injectie toegediend kregen voor de wedstrijd, zonder te weten wat het eigenlijk was.

Oud-speler van Olympique Marseille, Jean-Jacques Eydelie, schrijft in zijn biografie dat alle spelers, op spits Rudi Völler na, voor de Champions Leaugue finale tegen AC Milan in 1993 een injectie kregen. Völler weigerde overigens.

In 2001 kwam voor Edgar Davids, Frank de Boer en Jaap Stam eindelijk het verlossende nieuws dat na onderzoek van NOC*NSF had uitgewezen dat 25 procent van de voedingssupplementen in Nederland dopinggeduide stoffen bevatten die niet op het etiket vermeld staan.
De drie heeft altijd volgehouden dat zij positief zijn bevonden op nandrolon omdat zij 'vervuilde' voedingssupplementen hebben gebruikt.

Het meest opvallendste video fragment rondom voetballers en doping zijn toch wel de onderstaande beelden. Fabio Cannavaro bracht in 2001 de Italiaanse voetbalwereld in verlegenheid met de beelden van RAI Uno waarop is te zien hoe de Italiaanse international op 11 mei 1999, aan de vooravond van de finale van de UEFA Cup tegen Olympique Marseille, een injectie van de clubarts van Parma krijgt.

Daarin zat het medicijn neoton, een herstelmiddel voor hartpatiënten. Overigens stond het middel, dat tegenwoordig niet meer in de handel is, niet op de dopinglijst. Falikant detail is dat Cannavaro zelf de beelden op nam.